Dit is gewoon niet het soort voorstelling waar ik van hou. De gitarist verdiend de meeste lof voor het ‘verkrachten’ van de gitaren waardoor er erg mooie muziek uitkomt. Ook de hond is goed afgericht en het einde was achteraf wel voorspelbaar, maar overompelde me toch (Decor enzo).
Maar als je besluit niet veel te zeggen dan kan je (in dit geval) beter helemaal niks zeggen. Het fysiek van de acteurs stond me gewoon tegen, verkeerde koppen/lijven in de verkeerde rol, dus dat hielp ook niet echt. En dan heb je nog het verhaal, tsja, karig is het juiste woord, denk ik.
Pinguin gezien
08/09/2005
Vanmiddag de prachtige voorstelling gezien van Marcel en Maria. Het ging over hun overleden moeders. Soms leek het net of ze er nog waren. Hoe het spel overging in het leven van Marcel en Maria, en de “wereld” van Mw. Musters en Mw. Goossens was werkelijk indrukwekkend.
Geweldige voorstelling!!!!
AvR gezien
08/09/2005
Brandweerman Julius Vandenberghe overleefde het concentratiekamp. In schriftjes probeerde hij wat hem was overkomen te reconstrueren. Een heikel onderwerp, maar de theaterbewerking van Eric de Volder overtuigt. De ontzetting en het rusteloze zoeken naar woorden van Julius, de gedragingen van zijn omgeving. Angst en radeloosheid houden tijdens de bezetting de bevolking in hun greep. Manipulatie en geweld zijn de gevolgen. Wat raar gezegd misschien, maar ik vond het een voorbeeldige voorstelling wat spel, aankleding, belichting en muziek betrof.
MvW gezien
06/09/2005 op Het Theaterfestival
Voor deze voorstelling baseert regisseur/schrijver/beeldend kunstenaar Eric de Volder zich op de geschriften van een brandweerman die in 1943 samen met twaalf collega’s opgepakt werd en vervolgens het concetratiekamp overleefde. Dat levert een prachtig eerste half uur op, waarin de typerende stijl van de Volder met tableau vivants, effectief lichtgebruik, en een bezeten monoloog van de bewuste brandweerman optimaal effect sorteert. Wanneer hij echter daarna besluit een eigen versie te geven van de gebeurtenissen tot aan het oppakken van de brandweermannen gaat het mis. Zo sterk als het begin is zo zwak is dit middendeel, met karikaturen van personages en oninteressante verwikkelingen. In het nagesprek bij de voorstelling zei de Volder een oplossing te hebben willen vinden om de gruwelen van de tweede wereldoorlog weer te geven. Het is echter juist de monoloog van de brandweerman, die het gelukkig aan het eind weer overneemt, die de meeste indruk maakt. Zoekende naar woorden en omgeven door apathische familieleden en vrienden die geen antwoord hebben op zijn verhalen probeert hij zijn ervaringen in taal om te zetten. Met een indrukwekkend eind, waarin muziek, licht en spel optimaal samenkomen, maakt de Volder mij wel alsnog duidelijk dat hij een volstrekt eigen stijl heeft, die evenzeer schrijnt als boeit. Alleen jammer van dat middendeel.
math gezien
06/09/2005 op Het Theaterfestival
Talrijke reacties op de voorstellingen van abbatoir fermé in pers en andere organen, deden mij reikhalzend uitkijken naar Galapagos. Een stuk met als boventitel ‘exitentieel horrortheater’ past zowaar helemaal in mijn levensvisie… En het moet gezegd: dit gezelschap past perfect binnen de selectie van het theaterfestival. Of het bij de allerbeste voorstellingen hoort, durf ik niet te zeggen (hoewel). Het hoort echter wel bij de meest belangwekkende. Want wat deze mensen laten zien, is inderdaad ‘anders’ en vernieuwend. Wie horror verwart met flauwe griezelfilmpjes in hotels met allerlei synthetische boe-effecten komt hier bedrogen uit. Hier verdwaal je in de hoofden van mensen die het hele leven en de samenleving zien als één groot spookhuis. Je dwaalt mee door de gedachtengangen van paranoïde mensen. Misschien zelfs gewone lui met een heel pessimistische levensvisie? Bij abbatoir fermé uit zich dit alles in wel heel extreem gedrag. Dat gaat van lang en uitzinnig wenen, tot een taboeloos partijtje bondage of live kotsen op het podium. Platvloers? Zeker! Shockerend? Op zijn minst? Verantwoord…? Absoluut! Hun obsessie voor het gruwelijke, angstaanjagende is niet misplaatst. Meer nog dan in klassieke voorstellingen, krijg je hier een boeiend inzicht in pessimistische levensvisies en hoe die daardoor hun dagelijks leven laten vergallen… Is het aangename voorstelling om naar te kijken? Absoluut! Tine Van Den Wijngaert (ja, die bijzonder knappe uit het ‘geslacht Depauw’)en Nic Kaldunski (een soort kruising tussen een trapezeartist en Jan Decorte op speed) zijn beiden uistekende acteurs met een heel eigen smoel. Hun dwaaltocht doorheen het ‘stinkende hotel’ van hun gedachten blijft iedere seconde geloofwaardig… Een gezelschap om in de gaten te houden!
Zes geweien. Een zevende hou ik in petto voor een toekomstige perfecte voorstelling…
Wie onze eerdere commentaren op De Volders werk leest weet dat we fans zijn van Eric De Volder. Diep In Het Bos, Achter ‘t Eten, het zijn voorstellingen die blijven hangen. Anderen waren goed voor een indrukwekkende theaterervaring. Eric De Volder is dan ook terecht een vaste klant van het Theaterfestival geworden.
Maar hier werden we op geen moment geraakt. Niet alleen kregen we een serieuze déjà-vu, de zo typerende De Volder-stijl begint contraproductief te werken. Die stijl, die zo dikwijls de tragedie van de kleine mens zo voelbaar en herkenbaar (het is contradictorisch, we weten het) heeft gemaakt, doet nu niets anders dan afstand creëren. Niet alleen de stijl is déjà-vu, ook het verhaal is al zo dikwijls verteld.
Op sommige momenten deed het denken aan parochietheater. Akkoord, de aanvangsmonoloog is, qua tekst, indrukwekkend maar algauw, zeker als de andere personages in actie treden, begint de voorstelling te balanceren op de rand van het vervelende, het irritante zelfs. De Volders stijl is gebaseerd op onnatuurlijk uitvergrootte vormgeving en acteerstijl. Wanneer die je niet direct naar de strot grijpt blijft er een soort burlesk theater.
Toegegeven, we hebben zwaar de indruk dat we een voorstelling zagen die niet echt goed liep. Misschien zag de curator van het Theaterfestivakl een voorstelling die wel vonken deed slaan. Wat wij zagen verdiende alleszins geen plaats in een festival van “opmerkelijke” voorstellingen.
Voorwaar, het zijn geen opbeurende voorstellingen op het theaterfestival (behalve Isabella’s Room dan), dit is trouwens al de tweede over zelfmoord. Ook op ander vlak is het niet altijd een feel-good evenement. Anderhalf uur kijken en luisteren naar iemand die met vele stiltes een tekst staat op te zeggen en daarbij roerloos op dezelfde plaats blijft staan, het vergt wat van de toeschouwer.
Maar er is in de eerste plaats die tekst van Sarah Kane. Zoals Crave is dit een verzameling van soms poëtische, soms confronterende, soms verrassende stukjes tekst. Ze zijn als schimmen in een grote leegte, komen en gaan en laten je nooit los. Ver van de normen die we dagdagelijks hanteren, zijn ze akelig herkenbaar en boren zich in je hersens. Ook hier weer de thema’s die gans haar werk karakteriseren : dood, geweld, geestesziek. Wanneer de tekst een repetitief karakter krijgt doet het sterk aan Peter Handke denken. In andere fragmenten past ze dan weer perfect in de reeks Britse theaterauteurs die sedert Edward Bond hun inspiratie in de zelfkant van de menselijke geest zochten : the in-yer-face theatre.
Er is in de tweede plaats het feit dat deze tekst, die hoofdzakelijk over zelfmoord, gaat de laatste tekst is van een auteur die kort erna inderdaad zelfmoord pleegde. Onvermijdelijk beïnvloedt deze wetenschap je als toeschouwer. Zou je anders aankijken op deze tekst als het niet duidelijk het testament van een zelfmoordenares was?
In de derde plaats is er Nanette Edens. Hoeveel verschillende stemmen Sarah Kane voor ogen had zal wel nooit duidelijk zijn (in Crave is dat al evenzeer een raadsel) maar Olivier Provily opteerde ervoor om ze allemaal door één stem te laten zeggen. Nanette Edens doet dat schitterend, de dialogen maakt ze met kleine gebaren toch zichtbaar, alsof één stem een eerder gesprek terug in herinnering brengt. Ze weet de aandacht gaande te houden door een immens inlevingsvermogen en een grote zeggingskracht. Zelfs fysisch is het niet moeilijk om in haar Sarah Kane te zien.
Een moeilijke maar zeker beklijvende voorstelling. Als dit doorzet zal het Zuidelijk Toneel zijn rechtmatige plaats in het theaterlandschap in de kortste keren herveroverd hebben.
Hans Teeuwen is een en al lachen. Hij is zo heerlijk grof en dat maakt ons nou eenmaal aan het lachen. Ook dingen die ik gewoon niet vindt kunnen, daar lach ik om. Omdat hij het gewoon zo grof brengt, totaal niet subtiel. Hij heeft ook een luide stem, dus dan wordt het alleen maar beter. Hij heeft het over heel gevoelige onderwerpen, en dat vinden we óf verschrikkelijk, óf fantastisch. Ik behoor zeker bij die laatste groep.
Dat groffe is wat ik zo goed aan hem vindt. Maar het is echt niet alleen onzinnig geschreeuyw van willekeurig groffe woorden, zoals sommige mensen denken. Sommige grappen zijn écht goed bedacht, zoals bij het stukje waar hij iets leuks zegt over namen van de mensen in het publiek.
Trouwens, hij zegt wel dat hij niet begrijpt hoe de CD luisteraars het leuk vinden, maar ik lig nog ALTIJD dubbel van hem. Ik kan iedereen aanraden CD’s van Hans te kopen. Het zijn echt honderden lachbuien op een schijfje! Vooral als je een discman heb is een CD leuk, want dan kun je overal van zijn grappen genieten.
A.T. gezien
03/08/2005
Alles is eigenlijk al in voorgaande recensies gezegd, toch doe ik het hierbij graag nog eens dunnetjes over. Ik was verrast en ontroerd door de warmte, originaliteit en authenciteit van deze voorstelling. Een van de meest persoonlijke onderwerpen die je kunt bedenken, dus iedereen kan zijn eigen verhaal invullen bij wat Marcel en Maria met ons delen. Heel moedig ook om zo met billen bloot te gaan.
Wat ik heel knap vond is dat ze allerlei sentimentele valkuilen hebben omzeild. De hele setting, een man en een vrouw die over hun moeder vertellen en hun eigen (en elkaars) moeder (heel naturel) ook spelen: het loopt heel geleidelijk in elkaar over. Het heeft ook allemaal iets vanzelfsprekends. Komisch, herkenbaar en soms echt om te janken.
CF gezien
02/09/2005
1 gewei voor het decor, maar hoe je daarin in een Tsjechov geloofwaardig en amusant kunt maken is mij een raadsel.
Deze foute keuze is al desastreus. Domme grappen over Prins Bernhard, dokter Bernhard …. is dat humor? en dan het zielloze spel?
afijn, zonde van mijn avond, maar ik heb in t Bosthater nog nooit iets van kwaliteit gezien.
De bestaansreden is mij dan ook niet duidelijk. Picknicken kan je overal.
jd gezien
01/09/2005