minirecensies

minirecensies

Vorig jaar waren ze ook op Oerol en dit jaar zijn ze opnieuw te gast met wederom een bewerking van een filmscenario van Marcel Pagnol. Wat een feest, deze voorstelling! In sappig, goed verstaanbaar Vlaams ontrolt zich het verhaal van een scharensliep die zijn vrouw kwijtraakt aan een simpele, innemende boer. Het verhaal is zeer eenvoudig, primitief zelfs, maar dat irriteert geen moment. Dat komt vooral door het gigantische gebrek aan pretenties en het zinderende spelplezier waarme de acteurs op het toneeltje staan. En wat kunnen ze mooi spelen, deze Vlamingen. Sinds de Wilde-voorstelling die ze met het Barre Land maakten zijn ze wat bekender in ons land. En terecht, het is een heerlijke troupe. De laatste woorden in Nagras zijn: kom zullen we lekker gaan eten? En dan mogen we midden in het bos met z’n tweehonderden aan lange gedekte tafels plaatsnemen. Twee sneetjes brood, geitekaas, jam en rode wijn. De vijf acteurs bedienen je zelf. En dat twee keer op een dag, tien dagen lang. Hartverwarmend!

JS gezien 14/06/2003 op Oerol

De installatie van deze Belgische Marokkaan die we eerder in de hoek van Victoria en CdelaB konden zien schitteren, wil een soort persoonlijke reconstructie zijn van Mekka. Je ziet allerhande prullaria en een zootje tv-schermen waarop vage filmpjes te zien zijn. Als je erg veel moeite doet, schijn je er een soort lijn in te kunnen ontdekken…

JS gezien 14/06/2003 op Oerol

Tegen de schemering aan staan we aan de rand van het bos. Op een duintop verschijnt een vrouw in een wit gewaad met een witte parasol. Ze zingt woordeloze zang die met een minuscuul versterkertje op haar rug een enorme reikwijdte heeft. Een man op een brommertje komt voorbij met achter op een filmprojector. Steeds meer figuren in het wit verschijnen op de duintoppen. We lopen het grote donkere bos in. Overal verschijnen projecties. Op doeken, op bomen, op acteurs. Opeens begint het uit een van de parasolstellages te regenen. Even later zien we op een grote tent gemaakt van wat een reusachtig laken lijkt, een vaag schimmenspel. Als we doorlopen -het is inmiddels pikdonker- zien we een sprookjesachtige reeks blauwelichtpunten op de grond, tientallen meters lang. Een danseres draait rond weer een andere parasol en verderop begint een bandje rockmuziek te spelen. En zo gaat het nog een tijdje door. Al weer zo’n plaatjes-kijk-voorstelling? Jazeker, maar het geheel imponeert toch vanwege vele fraaie vondsten zoals de ‘straatlantaarns’ die langzaam heen en weer bewogen worden door acteurs en een soort duinstraat met mooi licht en verrassende geluidseffecten teweeg brengen. Het geheel is groots opgezet en daarmee toch niet weer het zoveelste vrijblijvende zogenaamde ‘visuele spektakel’, waarmee vaak een hoop onduidelijk gedoe wordt gelegitimeerd in dit theatergenre. De vele hectares bos die Groupe Zur zich heeft toebedeeld, leveren wel een mooie soms bijna hallucinerende trip op.

JS gezien 13/06/2003 op Oerol

De lokaties zijn natuurlijk het leuke van Oerol, maar niet zaligmakend. Reuze gezellig hoor met z’n allen in een scheepsruim naar een dansvoorstelling kijken, maar met een podium van nog geen halve meter hoog, is het vooral leuk voor mensen op de eerste drie rijen. Dat deert in dit geval wat minder, want de Franse barokdans was, voorzover te zien, vooral aandoenlijk en ontbeerde nogal wat niveau. Dat de voorstelling niet echt vervelend werd kwam dan ook vooral vanwege de live uitgevoerde barokmuziek (twee geweien) die eigenlijk ook dicht bij de Renaissancemuziek kwam. Het ensemble speelde onder meer op een prachtige luit met een enorm lange hals, spinet en fagot: fraaie instrumenten die je niet dagelijks op een podium tegenkomt en die verrassend mooie authentieke klanken voortbrengen die je makkelijk meenemen op je eigen tripje ver weg van de dans…

JS gezien 13/06/2003 op Oerol

Fijn. Heel Fijn. Een strakke vormgeving die alle ruimte liet voor de verlekkerd uitgesproken taal. Drie lekker oud en lelijk gemaakte vrouwen in een strak wit decor.
Een ideeënstuk waar een flinke dot menselijkheid en klein leed in is gestopt door de regie. Daardoor heel veel kleine subtiele grapjes afgewisseld met ouderwetse slapstick. Er wordt je op een heel vrolijke, speelse manier een behoorlijk deprimerend mensbeeld aangepraat. Joepie!
Bonusgewei voor de grime, een wat ondergesneeuwde maar prachtige theaterambacht.
Enige minpuntje was de overdaad aan eindes.
Voor het overige in één woord: vakwerk.

WDV gezien 14/06/2003 op De Regiedagen

Beklemmende voorstelling!!! Met mooie, soms poëtische teksten die vervreemdend werken in deze rauwe voorstelling. Prachtige, eenzame personages die hunkeren naar liefde en gehoord worden. Ze spelen en zingen deze polderblues alsof ze zo uit het leven het theater zijn ingestapt, waarbij je toch blijft zien dat het theater is wat gemaakt wordt. De beste combinatie!
1 Tomaat voor de te hard afgestelde microfoon van Marien Jongewaard.

FF gezien 10/06/2003

Deze voorstelling is wat je noemt een interessante mislukking. Belangwekkend, omdat de regie nogal wat raadseltjes opgeeft waar ik m’n hersens op kan breken. Mislukt omdat het sterrenteam ditmaal zo weinig bij me teweeg brengt. Anders dan de founding father en mother van Moose eerder lieten blijken, ben ik niet optimistisch over de groeikansen van deze productie. Ik vrees dat het, anders dan met de technische malheur aan het begin, met de Drie Zusters van Tga niet meer goed gaat komen.

GB gezien 10/06/2003 op Holland Festival

Een pakkende en intrigerende voorstelling waarbij een hedendaagse visie wordt gegeven van de hel. Drie mensen in eeuwigheid verbonden met elkaar en zichzelf, een drietand en een toeter. De hel is eigenlijk wat je er zelf van maakt of wat de ander er van maakt…Wie heeft de macht over wie?
Precies lang genoeg en niet te zwaar, spelen drie mensen de rol van elkaars beul. Soms lijkt de hel opvallend herkenbaar en dichtbij…

CK gezien 08/06/2003

Bruyère zegt in het Parool dat de straatkinderen in Enfants de nuit ‘uitdrukking geven aan hun dromen. Ze geven inzicht in hun gedachtengoed, veel eerder dan dat ze meelijden vragen.’ Helaas is dat laatste juist wat de voorstelling oproept: voyorisme en ‘wat een ellende’ en de kelders van Cosmic blijven de kelders van Cosmic: heet en benauwd, en nu ook inhumain voor de performers / straatkinderen. Kortom, een nogal letterlijke vertaling, slechts één en dan ook erg dunne verbeeldingslaag, die mij niet meer vertelt / of doet beleven (hetgeen de vorm zou doen verwachten) dan een krantenartikel met foto. En waarom slechts een passieve beleving van de straatkinderen die er zelf zijn in waarheidsgetrouwe ‘stills’ zoals bv het gesis, het monotone ‘lezen’, de gillende persoon…momenten uitnodigend tot interactie…maar helaas ongebruikt blijven…Wat voegt de vorm nog toe?

JH gezien 09/06/2003 op Holland Festival

Dit was mooi, dit was zonder woorden, dit was ook triest en dit had ook de ondergaande zon. Waardig opvolger van Het Mensenmuseum. Niet missen.

DA gezien 15/06/2003 op Oerol
<< < 498499500 > >>
Syndicate content