Regisseur Jules Terlingen in een interview op de website van Würz: ‘De voorstelling Death Is What Happens While You’re Busy Making Other Plans is zo’n project dat bij de Appel niet zou kunnen. Misschien over een paar jaar, als het publiek daar een beetje gewend is geraakt aan andere voorstellingen dan ze daar nu krijgen te zien.’ Beste Jules, het valt te hopen dat dat achterlijke Appel-publiek NOOIT aan jouw shit hoeft te wennen. Een regisseur die een voorstelling durft te lanceren als DIWHWYBMOP heeft zich voor de heel de rest van zijn artistieke leven grandioos gediskwalificeerd. Exit Jules. Een verhaal (verhaal? een vergaarbak van allerlei traag, stompzinnig en afstotelijk gedoe over een deejay en zijn nachtelijke avonturen met jonge meisjes) waar NIETS boeiends of spannends aan is, een verschrikkelijk houterige acteur (Ivar van Urk), een… Ho! ieder woord eraan gewijd is een woord teveel. Zielig voor actrice Roos Drenth (die misschien best iets kan, maar hoe bezienswaardig is iemand die onhandig met een stapel matrassen heen en weer moet slepen en die verder alleen maar kletspraat mag uitslaan?). Gefeliciteerd, Jules, je hebt de Gouden Tomaat dik dik dik verdiend.
GG gezien
17/02/2005
Het ruikt echt en het is ook echt gras. Als het regent is het ook echt nat (op het speelvlak en de eerste rij althans). Als het stormten dondert, voel je het. De goden laten zich daadwerkelijk spookachtig zien en horen in het zwerk. Dat is de prachtige omlijsting van een verhaal vol thema’s van bijbelse allure. Bijbels, niet alleen omdat de slang en de zondvloed aan Genesis doen denken. Maar ook omdat het gaat over zaken als de onaarvaardbaarheid van de menselijke sterfelijkheid en de ijdelheid van het streven naar heldendom en monumenten. Gilgamesh is de machtige heerser en druistige jongeman die dat menselijk tekort leert door de willekeur van de Goden en het lot te ervaren. Fedja van Huet speelt dat perfect.Serieus, maar niet te serieus. Daar tegenover zorgt een fantastische Anneke Blok als bezorgde moeder van Gilgamesj, tegelijkertijd voor humor en relativering. Want dat is het wonderlijke van deze voorstelling: dat-ie een hoog soortelijk gewicht aan lichtvoetigheid weet te paren. Lang leve Theu Boermans!
colson gezien
16/02/2005
Na een tijdje het geleuter aan te horen van die twee, werd het echt saai als ik weet niet wat… begreep er uiteindelijk ook niets meer van als je opeens die man 3 boekenkasten omsmijt, die vrouw probeert te verdrinken en als zij opeens in haar bovenste niksje rondhuppelt. Maar ja, dat zal wel aan mij liggen, niet zoveel begrip voor dit soort overdreven dramatiek.
A.N. gezien
15/02/2005
Het plot ontwikkeld zich langzaam, en hoe leuk de acteurs ook zijn, de spanningsboog zakt toch even halverwege het verhaal, De toeschouwer word even bedolven door een hoeveelheid tekst en informatie, waarbij de aandacht de weg kwijt raakt. De liedjes, dansjes en de personages maken veel goed, en lokken vaak een schaterlach uit.
Maar..Wat doen vijf blanke mensen in de bediening van een chinees restaurant?
Desalniettemin is de gelukkige mandarijn een fijn stuk, met fijne acteurs, met een agatha christie sfeer, die heel goed werkt.
elfie gezien
17/02/2005
De Roovers hernemen de productie waar ze tien jaar geleden mee begonnen zijn. Aanvankelijk komt het wat gedateerd over. De bijna clowneske grime, de groteske mimiek, een gezelschap zoals Ceremonia (winnaar theaterfestival 2004) heeft het genre tot immense hoogtes gebracht.
Maar als je het vergelijken achter je hebt gelaten zie je een frisse, knap geacteerde, boeiende voorstelling. Een voorstelling waar duidelijk over nagedacht is. Hier geen last van de moraliserende kantjes die in de tekst zitten. Je wordt wetens en nillens meegevoerd in de evolutie van de personages en naar de voorspelbare ontknoping.
Lucas Vandervost maakt zijn (onverwachte) opwachting en past zich perfect in. Hetzelfde kan gezegd worden van Benjamin Verdonck die zeer geloofwaardig een 14 jarig meisje neerzet. De 3 basisleden van De Roovers, Cleiren, De Bosschere en Nuyens staan sterk te acteren.
Met deze voorstelling moeten De Roovers tien jaar geleden behoorlijk indruk gemaakt hebben en dat doen ze vandaag nog steeds.
Iwein gezien
16/02/2005
Dit is niet de eerste regie van Peter Van Kraaij die we hebben gezien maar wel de laatste. Al zijn regies zijn in hetzelfde bedje ziek met dit als triest laagtepunt : irrelevantie, een ander woord voor ronduit saaiheid.
Om de voorstelling nog afstandelijker te maken maakt hij ze “historisch juist”. Het is gesitueerd in het arty milieu van de jaren vijftig waar wij vandaag geen sikkepit verwantschap mee voelen.
Han Kerckhoffs tracht er het beste van te maken maar de beide anderen acteren alsof ze er zich bij neergelegd hebben dat hier geen eer mee te rapen valt. Heebink is dan nog dikwijls ronduit onverstaanbaar voor ons, Vlamingen.
Aan de tekst ligt het niet, ontrouw is van alle tijden. Een voorstelling van een amateurtheater enkele jaren geleden bewees ons dat de tekst nog altijd even actueel en herkenbaar is, tenminste als je hem ontdoet van het milieu waarin het zich afspeelt en je er ook enige emotie en betrokkenheid in legt. Dat was hier geenszins het geval.
Iwein gezien
04/02/2005
In deel 1 viel ons enkel het trage tempo en de literaire benadering op. In deel 2 kwam daar het prachtige visuele en poëtische aspect bij maar vonden we het geheel nog altijd traag en monotoon. In deel 3 is daar eindelijk enig tempo en zelfs enige dramatische actie aan toegevoegd. De verwijzingen naar de Grote Oorlog maken het geheel nog prangender, actueler zelfs.
M.a.w. Guy Cassiers heeft hier quasi de perfectie bereikt : het visuele blijft van een verbazende schoonheid, de actie spreekt enorm aan, de acteurs zijn op zijn best.
Daar komt dan nog de muziek bij. De jongens van het koor ondersteunen en illustreren het stuk nog meer. Prachtig.
Het is de eerste keer dat een literatuur-op-scène-voorstelling met de trage actie, de monotone zegging en het debiterend vertellen (want het zit ook weer allemaal in deze voorstelling) toch elk seconde boeit.
Iwein gezien
03/02/2005
Een seizoen later is deze voorstelling enorm gerijpt en nog beter geworden dan ie al was. Met het decor had ik niet zoveel en de regie is degelijk te noemen. Maar wat een tekst! En vooral: wat een spel(regie)! De vier acteurs zijn ontzettend aan elkaar gewaagd en spelen prachtige, gelaagde, personages. De voorstelling in eerste instantie vooral erg hilarisch, maar wordt gaandeweg steeds confronterender (voor een dertiger dan…) en uiteindelijk zelfs ontroerend. Wat kan toneel toch lekker zijn!
EdV gezien
16/02/2005
Jos Verbist speelt Josse De Pauw en de eerste speelt zoals de laatste het zou gedaan hebben. Goed om Jos Verbist nog eens terug te zien trouwens. Hij zet Dédé, een figuur die het liefst alleen met zijn taxi de stad ronddoolt in de nachtelijke uren, meesterlijk neer.
Dat een dergelijk personage een autistische migrant zou adopteren klinkt misschien zeer ongeloofwaardig maar wordt hier zeer aanneembaar neergezet.
De muzikanten zetten een prachtig muzikaal decor neer, het stoort nergens maar geeft de voorstelling een extra dimensie.
Nog een woordje over Djamel Hadjamar. Ook hij maakt indruk. Zijn spontane vertolking roept onmiddellijk sympathie voor het personage op.
Een kleine voorstelling waar er veel te weinig van zijn.
Iwein gezien
29/01/2005
Soooooo, wat was deze voorstelling fenomenaal kut zeg.
Er schuilen altijd grote gevaren in het opvoeren van een Pinter: de acteurs moeten met wel de subtiliteiten van de tekst om kunnen gaan. Ze moeten met een betekenisvolle blik, een net iets te lang aangehouden stilte of de afweging tussen innerlijke verscheurdheid en een uiterlijk dat daar niks van weergeeft tot op de milimeter nauwkeurig spelen. En daar heb je Engelse acteurs voor nodig. TGA walst als een nijlpaard over alles wat deze tekst zo spannend maakt.
Bovendien is er de “Who’s afraid of Virginia Woolf” valkuil: elke uitvoering van dit stuk moet opboksen tegen de fenomenale verfilming van David Hugh Jones uit 1983. En daar komt TGA niet mee weg. Het decor is van gezapige eenvoud en daarin staan acteurs die blijkbaar van mening zijn dat hun eigen persoontje interessant genoeg is om voor Emma, Jerry of Robert door te gaan. Maar wij willen graag personages zien!
En een extra gigantische, overrijpe, licht rottende tomaat voor Van Kraaij’s keuze om een van de meest intense momenten van het stuk definitief voor het nageslacht te verneuken door er een overdadig schmierende ober in te plaatsen met een overdreven Italiaans accent dat een hoog Andre van Duij-gehalte heeft. Bah.
GRMF gezien
09/02/2005