Dartele vuurvliegjes, overvliegende reigers, prachtig verlichte bomen en om het af te maken een heus kasteel op de achtergrond. Met de sfeer zat het wel goed bij Kasteel Heeswijk. Met de acteerprestaties van de acteurs zeker ook. Vooral de scenes tussen Mathijs Scheepers (Tasso), Tom van Bauwel (Antonio) en Louis van Beek (Alfonso) waren erg spannend en scherp. Ondanks het gedreven spel van de acteurs vond ik de tekst erg zwaar en gedragen. Het vergde behoorlijk wat concentratie om te blijven volgen wat er nu eigenlijk gezegd werd. Ik moet helaas bekennen dat de kou op de tribune daar ook wel een rol in speelde…Gelukkig was er gezorgd voor genoeg ‘actie’ (van vuurwerk tot opkomsten in auto’s). Toch is het vooral de inzet van de acteurs die deze voorstelling de moeite waard maakt.
Intrigerende voorstelling. Een goed gepeelde aflevering van discovery als het ware, effectief vormgeven. Stuk laat duidelijk zien hoe modegevoelig toekomstvoorspellingen wel niet zijn.
HvE gezien
13/08/2005
Ad van Iersel maakt een sympathiek soort knutseltheater, met objecten op maduradam formaat die min of meer een eigen leven leiden. Daarvoor een compliment. Zover er al sprake is van een verhaallijn, slaat die echt helemaal nergens op. Hoe de makers alle inconsequenties zelf in hun hoofd hebben rechtgebreid is een raadsel en steunt op een absolute misvatting van wat je je in kindertheater kunt verooroven (de speels geest van het kind, nietwaar). Als speler is Van Iersel iemand naar wie je met plaatsvervangende schaamte kijkt. Een man met harde spieren die soft overkomt, maar heel koppig, eigenwijs en onmogelijk is. Zo’n speler die heel kinderachtig doet, omdat ie voor kinderen vanaf vijf jaar speelt. Brrr.
Ook al houd ik niet zo van die jazz-impro muziek, dit trio is zeer overtuigend. Het mooiste is als je op de zichzelf ontwikkelende klanken je gevoel voor ruimte en tijd helemaal kwijt raakt. Piano, bas en drums zorgden voor een klankkleur die tijdloos was.
Onderdeel van het beeldende kunst programma dat dit jaar door Festival aan de Werf, de Boulevard en de Veenfabriek samen is georganiseerd. Gerard Byrne presenteerde een opvoering van een tekst uit 1963 waarin twaalf science fiction schrijvers zich uitlieten over hun toekomstverwachting ten aanzien van 1984. Deze tekst uit een nummer van Playboy werd integraal nagespeeld door een groep van twaalf acteurs. Intrigerend om deze vorm van ‘science fiction achteraf’in 2005 te horen. Goed vormgegeven en zonder pretenties gespeeld, kwam je terecht in een real time documentaire waarbij je er niet aan ontkwam je eigen toekomstverwachtingen met een grote korrel zout te nemen. Als het aan die schrijvers in 1963 lag, waren we nu al lang als kolonisten gevestigd op Venus of Mars.
Het straattheater is dit slotweekend van Theaterfestival Boulevard goed losgebarsten. De Canadese komiek weet zijn publiek drie kwartier te vermaken met vrijwel niets. Zijn mimiek die aan de acteurs uit de stomme film doet denken, is overtuigend en nergens overdreven. Met de simpelste middelen weet hij kinderen uit het publiek als volleerde assistenten aan zijn act mee te laten werken. Hij schuwt daarbij bruskerend optreden niet. Zelfs de jongste kinderen blijken wel tegen een stootje te unnen als hij dreigt ze met een groot mes wat in te korten, zodat ze in zijn koffer passen. Fenomenale afsluitende truc maakt dit optreden af.
Dit is wel de vreemdste straattheateract die ik ooit heb gezien. Vier schapen, een herder en een wolf zijn de personages. Zo levensecht mogelijk worden scenes uit het schapenleven gespeeld: ze worden als kudde een kraal binnegeloodst, ze eten, drinken, pissen, liggen te kauwen, worden geschoren en gedekt en belaagd door een roofdier, terwijl de herder alles in goede banen probeert te leiden. De volkomen onverstoorbaarheid waarmee dit alles temidden van een volgestroomd festivalplein wordt uitgevoerd is bewonderenswaardig. Je blijft volkomen gefascineerd toekijken. Vanaf nu kijk je met andere ogen naar ieder schaap dat je tegenkomt. Beeeeh!
Ontroerend eenvoudig liedjesprogramma van Theo Nijland die in een workshop met Pieter Derks, student aan de Koningstheaterakademie, het liedjesschrijven tot onderwerp van de wederzijdse kennismaking had gemaakt. Meester Nijland liet zien hoe goed hij dat vak beheerst en hoeveel hij er emtioneel in weet te leggen. Pieter Derks toonde zich een interessante leerling met een aantal intrigerende eigen liedjes. Oud en jong bleken goed op elkaar ingespeeld. Genoten vooral van ‘De pijn is weg’ van Nijland.
Iets wat totaaltheater beoogt te zijn, gaat ten onder aan imponeerzucht. Alles wat vader en zoon De Nooiijer interessant maakt, is zorgvuldig uitgebannen. De verkeerde vraag aan de verkeerde makers gesteld, blijkbaar. Wat een verspilde energie!
De Ark is echt een feestje. Vier jonge acteurs op een rondvaartboot op de Amstel en het plezier spat er vanaf. De voorstelling is een absurde versie van het bijbelse Ark verhaal en begint met de introductie van Henk en Ans, een echtpaar uit Drenthe die hun boerderij hebben verkocht en zijn gaan varen. Daarna breekt de hel los. En het publiek: da zien de uutverkor’nen. De Ark is de topper van de Parade. Gaat dat zien!
MVO gezien
29/07/2005 op De Parade