Een mooie voorstelling, qua decor, qua tekst en ook qua spel. Toch ontbreekt er iets. Het is te vlak, de ontwikkeling die Caligula doormaakt in zijn waanzin komt onvoldoende naar voren. In die zin een gemiste kans.
JT gezien
21/06/2003
Het leuke van Conny Janssen is dat ze in haar werk zo puur is. Niks moeilijkdoenerij, gewoon mooie aansprekende dans laten zijn. In deze voorstelling die al weer een jaar of twee oud is, is dat ook het geval. We zien verschillende koppels zwierige en soms ingetogen passen maken op muziek van Kronos, Cubaanse liedjes of Leonard Cohen uit 1967. Prachtig in al zijn eenvoud en en moeiteloos houdbaar tussen Parades bier en pasta: prachtig.
Marius von Mayenburg schreef het, Luk Perceval regisseerde het en Het Toneelhuis speelde het. Zoveel kwaliteit in drievoud, dat moet wel goed zijn - dacht ik. Nou, de ‘scenografe’ verdient inderdaad een dik gewei. Het oogt allemaal prachtig. En nóg een gewei omdat de crew uitstraalt er voluit in te geloven. Nou, ik nog. Want jammer genoeg is bovenop de toch al ontzette taal van Von Mayenburg, bewust (?) letterlijk de verstaanbaarheid door een combine van ruraal dialect en ratelende dictie, om zeep geholpen. Ik las dat ik gisteravond een café, een damestoilet, een exhibitionist, een huwelijk, een begrafenis en ‘de stem van de nieuwe generatie” voorbij heb zien en horen komen. Dat ziet er dan somber voor me uit. Want mij is het ontgaan.
Maar evengoed vind ik het eeuwig jammer dat de vermoedelijk beste regisseur in het Nederlandse taalgebied, van in ieder geval de beste productie van de jaren negentig ín het Nederlandse taalgebied (Ten Oorlog), naar een vreemd taalgebied gaat uitwijken.
GB gezien
21/06/2003
Coucou c’est nous is een stuk met de intensiteit die we van Dirk Tanghe gewend zijn. Het wordt gespeeld in zijn na de brand weer herstelde werkkamer, waarin langs de muur dertig stoelen zijn neergezet voor het publiek. Er wordt geen gebruik gemaakt van theaterlicht, maar van het licht dat van buiten valt, en van de invallende duisternis. Vandaar dat het stuk pas om negen uur begint. De hele situatie is bijzonder intiem. Intimiteit is ook wat de drie jonge spelers ook met een grote vanzelfsprekendheid overdragen. De atmosfeer van het stuk is prachtig loom, en leidt even tergend als onopgemerkt naar de korte eruptie tegen het eind.
De ontspannen loomheid wordt vooral gedragen door Elisa Beuger. Haar tegenspelers Joram Schmidt en Joris Maussen hebben geen professionele achtergrond, en vooral bij Joram, hoe prachtig hij ook is, blijft dat bespeurbaar. Des te bewonderenswaardiger dat Dirk Tanghe dit niveau toch weer heeft weten te bereiken. Maar het is Elisa Beuger die zich tegelijkertijd wat terughoudt om de anderen niet van de vloer te spelen, en onderwijl de boog spant, de anderen ongemerkt leidt, met haar kracht omspant - zoals ook eigenlijk het verhaal van het stuk wil.
FM gezien
21/06/2003
Mijn leukste Oerol-voorstelling. Op het strand in Hoorn aan Zee staat een huisje op palen. De toeschouwers krijgen een uitklapkrukje en gaan ervoor zitten. Dan komen er allemaal mensen op gele laarzen uit de duinen. Er ligt een drenkeling in zee: die gaan ze -zeer voortvarend- redden. In het huisje wordt hij vertroeteld, maar ook uitgelachen. Ondertussen gaat de zon onder en wordt het zo mooi op het strand. Het verhaaltje dat zich vervolgens voor je neus afspeelt is grappig, maar ook triest en wreed. En het leukste: het is echt een verhaal met een begin , een eind en een clue. Dat is niet vaak zo bij locatievoorstellingen en dat maakt het voor mij nog zo veel leuker.
Toen ik een klein jongetje was draaide ik nog platen van John Mayall. Een tekstregeltje van een liedje viel me toen al op: ‘While there’s a war, how can you be calling sex obscene’. Zo’n 30 jaar later presteert het Spaanse ‘spektakelgezelschap’ het om rond dit simpele gegeven een hele voorstelling te maken. En dat noemen ze dan XXX. Tjonge! Toegang vanaf 18 jaar. Spannend hè? Het begint met aardige videotrucs. Dan zien we een meisje auditie doen. Binnen enkele minuten heeft ze haar kleren uit en wordt haar op onaangenaam harde wijze te verstaan gegeven dat ze zich ‘gewoon moet laten gaan’. Pas dan zal ze zich echt vrij voelen. Weet je wel. Wat volgt is een aanschakeling van pornografische scènes waarbij de sperma over het toneel vliegt. Hier en daar wordt het spel met gedateerde pseudo-wijsheden gelardeerd alsof het 1970 is. Ook zoeken de spelers contact met het publiek. Een man uit het publiek wordt gepijpt op het toneel. Later komen de spelers nog eens de zaal in en na veel gezeur is een man bereid zich uit te kleden en staat naakt in het gangpad waarna het zaallicht weer dooft. Is dit alles opwindend? Allerminst, eerder saai. Wil de groep ons iets indringends vertellen? Niet kunnen ontdekken. XXX is de nieuwe kleren van de keizer. De zeperd van het jaar.
JS gezien
20/06/2003
Integere, verrassende, boeiende, af en toe bloedstollende v.stelling. Ondanks de hitte bleef ik van de eerste tot de laatste minuut in de ban van. Goed geacteerd, spannend toneelbeeld. Herkenbaar was het eeuwige gevecht in een relatie tussen man en vrouw,wat droef stemde, maar ook op de lachspieren werkte. Na afloop heb ik bijna mijn handen stuk geklapt! Chapeau voor de hele groep!
JTV gezien
15/08/2003 op Boulevard
‘Bruiloft’ is een stuk van Canetti over een wereld in verval en de verrotte mensheid, iets wat aan de hand van een bruiloftsfeest wordt verteld. Altijd actueel zou je denken, maar arme acteurs die met deze voorstelling afstuderen. De regie van Jappe Claes getuigt van weinig respect voor de acteurs die de helft van de tijd ‘aan de kant’ naar elkaar moeten staan kijken en zo met moeite hun energie kunnen vasthouden. De regie heeft ook geen duidelijke keuze gemaakt wat betreft de reden en keuze van dit stuk, waarom nu, en waarom met deze groep mensen. Pas het laatste kwartier krijgen de acteurs de mogelijkheid om zich uit te spreken. Voor mij te laat want ik was allang afgehaakt.
Drie geweien voor de acteurs die echt wel goed speelden, aan hun lag het echt niet. Een blik tomaten voor de regie, een voor de stukkeuze en een voor de krijsende papegaai.
SH gezien
19/06/2003 op ITs, het Internationaal Theaterschoolfestival
We kijken uit op het veer dat speciaal voor de voorstelling van Marthaler weer op het NSDM-terrein vaart. Onze voorstelling begint wat later; een acteur heeft zich verslapen en wordt nu met de auto gehaald. De Regiedagen en het Holland Festival spelen allebei op Noord. Terwijl Marthaler verstopt zit in de Werf, speelt De Pool op de helling, die ik alleen maar ken van megaspektakel stukken. Nu staat er een heel klein tentje, vier acteurs en zeven tuinstoelen voor ons. De personages zeggen dat ze het koud hebben, maar ik zou hun deken wel willen. Mooie cast, fijne details in rekwisieten. Het uitzicht en de storm spelen de hoofdrol en helpen goed bij het uitzichtloze bestaan van de ontdekkingsreizigers. Ik was even helemaal van de wereld, gelukkig mochten we na afloop even opwarmen en een biertje drinken. Mooi.
Historische avond, schreeuwde het door me hoofd, dwars door dit behoorlijk harde concert. Maar historische concerten zijn voornamelijk ook gewoon concerten. Meneer Zorn had ook niet zo’n zin om ons te doordringen van de eenmalig-en bijzonderheid van het al. Mijn favoriete piep-knor plaat kan dus ook live gespeeld worden en we kunnen deze muzikanten met een gerust hart allemaal veels te goed noemen. Mike Patton, hoewel veel minder dan de oorspronkelijke Japanse schreeuwkunstenaar, deed leuk mee. Toch geen echte opwinding, wat ook erg lag aan de set-opbouw en dat ik niet mocht dansen.